De gewesten zijn sinds de zesde staatshervorming bevoegd over de woninghuur. De verschillende gewesten hebben sindsdien gewerkt aan regelgeving die rekening houdt met de diverse en gevarieerde realiteiten in elk gewest.
Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was het resultaat hiervan een ontwerp van ordonnantie dat gestemd werd door het Brussels Parlement op 18 juli 2017, en allicht in werking zal treden begin 2018.
Deze ordonnantie zal in het Brussels Gewest de Wet van 20 februari 1991 over de Woninghuur vervangen. Ze voegt bovendien nieuwe beschikkingen in, en wijzigt er bepaalde van de Brusselse Huisvestingscode.
Verwacht u daarentegen niet aan een revolutie in het juridisch kader van de verhoudingen tussen verhuurders en huurders in het Brussels Gewest.
Een van de belangrijkste wijzigingen zal zijn dat de gegevens die gevraagd zullen kunnen worden van de kandidaat-huurder, en de informatie die door de verhuurder zal moeten worden meegedeeld, zullen worden verduidelijkt. De sanctie voor het niet respecteren van de minimale normen van veiligheid, gezondheid en uitrusting zal eveneens uitdrukkelijk voorzien worden. Ook zullen de herstellingen en werken die ten laste vallen van elke partij ruimer verduidelijkt worden, om discussies hieromtrent te vermijden.
Bovenop deze wijzigingen van het oude stelsel, voorziet de Brusselse Ordonnantie eveneens bepaalde nieuwigheden eigen aan de actuele – onder andere Brusselse – realiteit van het wonen, vermits “studentenhuur”, het “huren met huisgenoten” en “intergenerationele en solidaire” huur behandeld, en juridisch omkaderd, zullen worden.
Wij zullen uiteraard terugkomen op deze nieuwigheden van zodra de Ordonnantie in kwestie in werking zal treden.