+ 32 (0) 2 899 92 40 info@vjn-legal.be

De burgemeester heeft niet de bevoegdheid straffend op te treden.

Sedert enkele jaren gaan verschillende gemeentebesturen over tot inbeslagname van voertuigen van wie de veiligheid van het verkeer in gevaar brengt.

Op grond van de artikelen 133 en 135 §2 1e van de Nieuwe Gemeentewet kan een burgemeester inderdaad een tijdelijk bestuurlijk beslag bevelen van een voertuig dat veilig en vlot verkeer op de openbare wegen verhindert of voorbijgangers in gevaar brengt.

Het Hof van Cassatie heeft in zijn arrest van 17 mei 2022 een uitspraak gedaan in het kader van die praktijk.

Naar aanleiding van agressief verkeersgedrag had een burgemeester een bestuurlijke inbeslagname bevolen van een motorvoertuig. Hij had daarbij de teruggave gekoppeld aan de voorwaarde dat de bestuurder een cursus zou volgen bij VIAS en forfaitair berekende takel- en opslagkosten zou betalen.

Voor de correctionele rechtbank zetelend in graad van beroep, had de beklaagde het “non bis in idem”-beginsel aangevoerd en stelde hij dat rekening diende gehouden te worden met de straf die de burgemeester reeds had opgelegd in het kader van zijn bestuurlijke beslissing.

De correctionele rechtbank volgde de beklaagde, waarop het Hof van Cassatie onderzocht of die eerdere bestuurlijke beslissing wel wettig was.

Het Hof van Cassatie heeft bevestigd dat een burgemeester niet bestraffend mag optreden door de teruggave van een in beslag genomen voertuig afhankelijk te maken van het volgen op kosten van de bestuurder van een vorming (zelfs niet als die tot doel heeft aan te zetten tot een verkeersveiliger gedrag) of van het betalen van forfaitaire kosten voor takeling en opslag die de werkelijke kosten overschrijden.

Het Hof van Cassatie stelt dat voor zulke beslissingen geen wettelijke grondslag bestaat. Het vonnis van de correctionele rechtbank, dat de strafvordering vervallen verklaard heeft op grond van deze eerdere administratieve beslissing, is dus niet naar recht verantwoord.

Met andere woorden werd de bevoegdheid van burgemeesters in verband met dat tijdelijk bestuurlijk beslag, al te ruim opgevat door bepaalde gemeentebesturen.