In zijn arrest van 18 december 2023 heeft het Hof van Cassatie in herinnering gebracht dat een gerechtsdeskundige geen partij is in de gerechtelijke procedure.
In het kader van een betwisting van de erelonen van een gerechtsdeskundige (conform artikel 991 Ger. W.) had de beroepsrechter deze laatste veroordeeld tot de kosten van het geding voor de “taxatieprocedure”.
Het Hof van Cassatie heeft dit arrest verbroken.
Het Hof herinnert eraan dat de taxatieprocedure een tussengeschil betreft, waarbij de gedingkosten worden aangehouden om te worden vereffend in het eindarrest.
Er kan slechts een rechtsplegingsvergoeding worden toegekend voor zover er een procesverhouding tussen procespartijen bestaat, dit wil zeggen dat een partij t.o.v. een wederpartij een veroordeling, of toch minstens een “declaratieve” rechterlijke uitspraak, nastreeft.
De gerechtsdeskundige staat buiten die procesverhouding tussen de procespartijen, ook in geval van een taxatieprocedure. Die dient enkel tot de rechterlijke vaststelling van het ereloon en de kosten van de gerechtsdeskundige.
Het Hof van Cassatie bevestigt met andere woorden dat een gerechtsdeskundige niet als procespartij kan worden beschouwd en dienvolgens geen aanspraak kan maken op, noch veroordeeld worden tot een rechtsplegingsvergoeding in het kader van de taxatieprocedure omtrent zijn erelonen en kosten.